Dus... nu de herfst in de lucht hangt met regen, wind, af en toe een zonnetje, breekt voor mij de tijd aan om meer te bakken. Anders spendeer ik mijn tijd liever buiten en komt het bakken er niet van. Ik heb zuurdesem. Al een hele tijd. Niet iedereen is daar voor, maar ik vond het heel goed recept in het boek 'De nieuwe Nordic Cuisine' van Simon Bajada. Het boek ontleende ik bij onze plaatselijke bib, maar je kan het ook kopen. Het recept zorgt voor een heerlijke zuurdesem die niet té zuur is. Ik bak er brood van en van de restjes pannenkoeken en wafels! Die goed naar binnen gaan bij mijn jong eetvolkje. 

Voor het recept van de zuurdesem verwijs ik je graag naar het boek. Heb je zelf al een zuurdesem dan kan je gelijk aan de slag. 

Dit heb je nodig voor ongeveer 15 wafels:

- een wafelijzer (verwarmen op stand 7, bij mij toch, maar elk wafelijzer is verschillend, dus uittesten is de boodschap)

- 200 gram actieve zuurdesem starter (de rest die je anders misschien weggooit als je de zuurdesem ververst)

- 280 gram zelfrijzende bloem

- 280 gram melk (kan je niet tegen melk, gebruik gerust sojamelk)

- 70 gram suiker (ik doe 35 gram vanillesuiker en 35 gram gewone)

- 2 eieren

- 100 gram boter die je smelt

- 2 eetlepels vloeibare honing

Zo maak je ze:

De avond van te voren starten! Ja, dat is wel met zuurdesem. Dat heeft tijd nodig om te 'pruttelen'. Dus de avond vooraf ga je aan de slag.

Meng in een grote kom de bloem met de zuurdesemstarter, de suiker en de melk tot een glad beslag. Dit zet je afgedekt in de koelkast.

De volgende dag...

Voor je gaat bakken zet je de kom met je beslag uit de koelkast. 

Dan smelt je de boter. 

Je splits de eieren. De eierdooiers doe je bij je beslag. Het eiwit klop je stijf en zet je even aan de kant. 

Je voegt de gesmolten boter toe (die een beetje is afgekoeld, maar nog niet terug gestold!) en de honing.

Klop dit goed door. Dat gaat een beetje moeizaam want het is een stevig deeg.

Dan spatel je de stijfgeklopte eiwitten voorzichtig door je beslag. Dit zorgt voor meer lucht in je wafels. 

Vet je wafelijzer in en bakken maar! De wafels blijven lekker zacht. 

Ik bak er altijd een hele stapel en geef die mee in de koekendoosjes van mijn eetvolkje. De rest bewaar ik in een koekblik (al komt dat zelden voor want ze zijn altijd snel op)

Laat het je smaken.

Veel liefs, Sofie