Er is iets betoverends aan het kleuren van wol met wat de natuur ons schenkt. Het is een eeuwenoude ambacht die elke keer weer verrast. Zelf werk ik uitsluitend met natuurlijke kleurstoffen: planten, bladeren, bloemen en schors die ik in de loop van het jaar verzamel. Denk aan vrouwenmantel uit de tuin, boerenwormkruid langs de berm of eikels en klimop uit het bos. Elk plantje vertelt zijn eigen kleurverhaal.

Wat me telkens opnieuw verwondert, is hoe harmonieus de kleuren samenkomen. Geen schreeuwerige tinten, maar zachte, aardse nuances — van warmgeel tot mosgroen, met af en toe een verrassend accent zoals het diepe rood van meekrap of het bijna fluorescerende groen van jonge klimop. Natuurlijke wol neemt deze plantaardige kleuren op met een subtiele pracht die je met synthetische verf nooit bereikt.

Maar kleuren is slechts één deel van het proces. Voor mij begint het ambacht al bij het spinnen. Vandaag zat ik achter mijn spinnewiel om verse strengen wol te maken — puur, onbewerkt en klaar om in kleur te baden. Het is een rustgevende bezigheid waarbij je voelt hoe vezels onder je handen transformeren tot iets bruikbaars en moois.

En dat breng ik graag over tijdens mijn workshops. We gaan samen aan de slag met wol spinnen én natuurlijk verven. Je krijgt een bundel handgesponnen wol mee, die je tijdens de les zelf kleur geeft. Vaak voelt het alsof we samen een soort kruidenkeuken zijn binnengestapt — potten op het vuur, geuren van bladeren, en de magie van kleur die langzaam ontstaat.

Ben je benieuwd wanneer de volgende workshops starten? Laat gerust een reactie achter of schrijf je in voor mijn nieuwsbrief. Zo blijf je op de hoogte van nieuwe data, tips over natuurlijk verven en het ambacht van wolbewerking.